Janke Lameris schrijft haar reportoire zelf. In haar muziek toont zij zich een integere vrouw die het universele verlangen van de mens, naar werkelijke vrede en werkelijke gerechtigheid, op aansprekende wijze onder woorden weet te brengen. Voor een ieder die het horen wil is er in haar stem een liefdevolle geestkracht werkzaam die (zeker in de tegenwoordige tijd van geestelijke en morele vervlakking) door velen wordt ervaren als ‘hartverwarmend, inspirerend en bemoedigend’. Janke’s composities dragen niet zelden een meditatief karakter. Dankzij het internet komen er tegenwoordig positieve reacties op haar muziek vanuit verschillende delen van de wereld.
Een belangrijk deel van haar liedjes wordt gekenmerkt door sterke gevoelens van verbondenheid met mens, natuur en Schepper. Maar daarnaast bevat haar middag- of avondvullend repertoire ook vrijblijvende liedjes en gezellige meezingers .
Janke Lameris werd op 17 april 1958 geboren in Assen. Zij groeide er op in een muzikaal nest. De Asser stadstaal (een variant van de eeuwenoude Drentse streektaal) was de belangrijkste voertaal in het gezin, met name in Janke’s kinderjaren. Naarmate zij ouder werd besteedden haar ouders daarnaast uiteraard ook bewust aandacht aan het Nederlands en het Engels waardoor Janke een breed georiënteerd taalgevoel ontwikkelde.
Samen met haar vader Hans Lameris trad Janke al op jonge leeftijd voor het voetlicht als zangeres-gitariste. Het repertoire van vader en dochter was afwisselend Drents- Nederlands- en Engelstalig. Samen stonden ze regelmatig centraal tijdens cabaret-voorstellingen en in plaatselijke revue’s en musicals. Vader Hans was kapper. De bedrijfsnaam ‘Kapsalon Lameris’ was indertijd een begrip in Assen en omstreken. Een van de na-oorlogse klanten, die in zijn latere leven mooie verhalen wist te vertellen over de gemoedelijke en artistieke sfeer in de volkse salon van ‘kapper Lameris’, was blueszanger Harry Muskee.
Hans Lameris speelde soms spontaan gitaar in de kapsalon waarin naast zijn vader en moeder, ook broer Henk en zus Catrien werkzaam waren. Het muzikale talent van Hans was kort na de bevrijding ontdekt door geallieerde militairen die in en om Assen gelegerd waren. Zij vroegen hem op te treden tijdens bevrijdingsfeestjes en stimuleerden Hans ook om een eigen orkestje te formeren dat in de na-oorlogse jaren van wederopbouw en herstel vooral in de Drentse hoofdstad voor enig vertier zorgde. Op het trottoir bij kapsalon Lameris werd, vooral op zwoele zomeravonden in de vijftiger jaren, regelmatig door buurtbewoners en klanten gezongen en gedanst. Zanger Hans Lameris stond daarbij natuurlijk steeds centraal met zijn gitaar.
Hans was niet alleen succesvol als kapper en muzikant maar hij ontwikkelde zich ook tot een vakkundige fotograaf die met zijn artistieke foto’s verschillende prijzen in de wacht sleepte. Hij wist al deze kwaliteiten uiteindelijk te combineren in een vaste baan als kapper-fotograaf bij een bekende zorg-instelling in Assen.
Janke kreeg de liefde voor muziek en entertainment in haar jeugd dus al met de paplepel ingegoten. Vaak werd er ’s avonds gezongen en gemusiceerd in huize Lameris. Ook Janke’s oudere broer Thijs was muzikaal en Janke’s moeder beschikte over een zuivere zangstem. Na haar middelbare schooltijd werd Janke activiteitenbegeleidster in een ouderen-centrum. Daar leidde zij jarenlang een gemengd koor en organiseerde zij met veel plezier allerlei creatieve, muzikale en artistieke bijeenkomsten en evenementen. Vader Hans bleef vrijwel tot aan het eind van zijn leven belangstelling tonen voor de muzikale activiteiten van zijn beide kinderen. Janke’s broer Thijs ontwikkelde zich in zijn tienerjaren tot een bevlogen muzikant die zich, mede geïnspireerd door kapsalon-klant Harry Muskee, doelgericht specialiseerde als blues-gitarist. Thijs overleed in 2006 totaal onverwacht op 51-jarige leeftijd. In het filmpje, onderaan deze pagina, is hij te zien (rechts) als sologitarist van de legendarische Life Boat Blues Band.
Janke zette de muzikale familie-traditie in haar eigen gezin voort. Een van haar hobby’s was en bleef het zingen van bestaande Engels- en Nederlandstalige liedjes. Omstreeks 1990 (her)ontdekte zij de Drentse streektaal, die voor haar een krachtige basis bleek te zijn van waaruit zij haar diepste gedachten en gevoelens onder woorden kon brengen. Zij begon drentstalige liedteksten te schrijven en componeerde er als vanzelfsprekend trefzekere melodieën bij. Zo ontstond er in de huiskamer langzaam maar zeker een geheel eigen repertoire waarmee Janke tegenwoordig een unieke plaats inneemt in de Nederlandse streektaalcultuur. Met haar meest-recente cd ‘As de zun de wolken brek’ bewijst zij dat de Drentse streektaal veel meer is dan alleen maar een grappig volks dialect. Voor wie het horen (en voelen) wil wordt de streektaal hier op een hoger niveau getild, zeker als het gaat om zuiverheid, inhoud, intentie en integriteit.
Ter nagedachtenis aanThijs Lameris, rechts op de voorgrond.